
Het kabinet moet snel geld vrijmaken voor een gedegen plan om te voorkomen dat er nóg meer leerlingen met autisme uitvallen in het onderwijs. Leraren moeten al tijdens hun opleiding voldoende kennis verwerven over passend onderwijs. En scholen blijven altijd verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod, ook als een kind of jongeren thuis zit of therapie krijgt.
Deze punten bracht de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) onlangs onder de aandacht van de vaste Kamercommissie van Onderwijs. Daarnaast is de NVA mede-ondertekenaar van een brief waarin meerdere partijen oproepen tot meer urgentie rond passend onderwijs. Woensdag 21 mei debatteert deze commissie over passend onderwijs met staatssecretarissen Paul (onderwijs) en Karremans (zorg).
Plan van aanpak autisme
Ondanks dat vaststaat dat de meeste thuiszitters autisme hebben (School absenteeism in autistic children and adolescents: a scoping review, is er in de onderwijsbegroting nog altijd geen geoormerkt geld beschikbaar voor een aanpak om de hoge uitval bij deze doelgroep te voorkomen. De urgentie voor zo’n aanpak is groot. Uit de voorlopige resultaten van VU-onderzoeker Theo Bakker (ATTEND – (langdurig) schoolverzuim bij leerlingen met autisme) blijkt dat het aandeel autistische thuiszittende jongeren tussen 2013 en 2023 is toegenomen van 4.1% tot 13,3%.
Als er niets gebeurt, zal deze stijging onverminderd doorzetten. Nodig is daarom een serieus plan van aanpak met een bijbehorende serieuze subsidieregeling, zoals die er ook al jaren is voor hoogbegaafde leerlingen. Dankzij de ‘hb-aanpak’ kon de norm voor de basisondersteuning voor hoogbegaafdheid onlangs meteen worden opgehoogd. Het is volgens de NVA cruciaal dat dezelfde inspanningen en investeringen worden gedaan voor de grootste groep onderwijsuitvallers: leerlingen met autisme.
Gelijktijdige rechten
Kinderen hebben recht op onderwijs én recht op jeugdhulp als er problemen zijn. Zodra een leerling intensieve jeugdhulp nodig heeft, stoppen scholen echter vaak abrupt met hun onderwijsaanbod. Ze zeggen dan dat ‘zorg voorliggend is’. In verband met de lange wachtlijsten in de jeugdhulp zit deze leerling dan vaak eerst maandenlang thuis, zonder zorg én zonder onderwijs. Daarna krijgt het kind of de jongeren vooral therapie met soms een heel klein beetje onderwijs op een zorglocatie. Het gevolg is een enorme leerachterstand die vaak nooit meer wordt ingehaald.
Volgens jurist en kinderombudsman (Rotterdam-Rijmond) Stans Goudsmit kan en moet dit anders. ‘Kinderrechten gelden niet ná elkaar’, zo schrijft zij in haar recente rapport Thuiszitters, wie zit ermee? (2024, pag.45). ‘Kinderrechten gelden altijd en overal. Ook als zorg nodig is, blijft de school verantwoordelijk om onderwijs te bieden. De school moet onderzoeken welke onderwijsbehoefte dit kind heeft en daarin voorzien. Dat gebeurt veel te weinig.’
Kennis leraren
Een van de conclusies van het onlangs verschenen rapport Behoeften bij leraren en docenten aan ondersteuning en professionalisering bij passend en meer inclusief onderwijs (2024, pag. 83) is dat veel leraren tijdens hun opleiding meer hadden willen leren over diagnoses als autisme en ad(h)d en over ‘gedragsproblemen’. Ook is er bij leraren veel behoefte aan een algemene introductie, bijvoorbeeld in de vorm van een module, waarin de meest voorkomende ondersteuningsbehoeften worden behandeld en waarin de leerkracht wordt voorbereid om daarmee om te gaan.
Dit is een glasheldere boodschap aan de lerarenopleidingen – de pabo’s en de eerste- en tweedegraads opleidingen. De reactie van deze opleidingen is echter teleurstellend. Hun voorstel om deze kennis ‘in verband met het overvolle lesprogramma’ pas aan te bieden als een leraar al voor de klas staat, is zeer onwenselijk. Ook tijdens een stage hebben studenten deze kennis al nodig voor leerlingen met, bijvoorbeeld, autisme. En voor een beginnende leraar kan het gebrek aan kennis over passend/inclusief onderwijs tot onnodige stress en onzekerheid leiden met een vergrote kans op afhaken.
Het debat vindt woensdag 21 mei plaats van 15 tot 21 uur in de Tweede Kamer, in de Groen van Prinstererzaal. Het is ook online te volgen via deze link.