Home Over autisme Behandeling en begeleiding Pivotal Response Treatment (PRT)

Pivotal Response Treatment (PRT)

Door Karin van den Bosch

Met dank aan Rianne Verschuur (GZ-psycholoog – dr. Leo Kannerhuis)

Kinderen zonder autisme nemen van nature initiatief tot contact met anderen. Deze sociale situaties vormen natuurlijke leermomenten voor hen. Spelenderwijs leren ze vaardigheden zoals oogcontact maken, taal gebruiken, gespreksvaardigheden, etc.

Sommige kinderen met autisme nemen dit initiatief tot contact niet of minder vaak. Daardoor missen ze deze natuurlijke leermomenten. Dat heeft weer gevolgen voor hun verdere ontwikkeling. PRT richt zich daarom vooral op het vergroten van de motivatie voor en initiatief nemen tot sociaal contact (zgn. kernvaardigheden). Vervolgens zouden ‘als vanzelf’ anderen vaardigheden moeten ontwikkelen.

 

Deze pagina’s zijn mede mogelijk gemaakt door Stichting Voorzorg Utrecht

  • + Wat is het?Lees meer

    Pivotal Response Treatment (PRT) is een naturalistische gedragstherapeutische behandeling (naturalistic developmental behavioral intervention, NDBI), gericht op het aanleren van kernvaardigheden (pivotal responses) aan (jonge) kinderen met autisme (lees meer onder Voor wie).

    Naturalistisch wil zeggen dat de behandeling uitgevoerd wordt in de natuurlijke sociale omgeving van het kind, zoals tijdens dagelijkse routines of spel. Ook vertrekt de behandeling vanuit de eigen, natuurlijke interesses en motivatie van het kind.

    Pivotal betekent ‘centraal’ of ‘waar alles om draait’. Het idee is dat door de kernvaardigheden te verbeteren, andere vaardigheden automatisch ook zullen verbeteren (Of dat echt zo werkt? Lees meer onder Effectiviteit) (lees meer onder Achtergrond).

    Deze kernvaardigheden  zijn (Jousta & Van Lommel, 2015):

    • Motivatie tot interactie;
    • Het nemen van sociaal initiatief, zoals het delen van de aandacht (joint attention), iets laten zien of geven aan een ander, een opmerking maken of een informatieve of belangstellende vraag stellen;
    • Zich richten op meerdere kenmerken (contextdenken);

    Vooral de motivatie tot interactie en sociaal initiatief krijgen veel aandacht in een PRT-behandeling.

    PRT maakt gebruik van technieken uit de Applied Behavioral Analysis (ABA). In tegenstelling tot meer traditionele ABA-behandelingen, maakt PRT gebruik van alledaagse of natuurlijke situaties en leermomenten (naturalistisch). (Lees meer onder Achtergrond).

    De Zorgstandaard Autisme beveelt PRT aan voor de behandeling van jonge kinderen (0-6 jaar) met autisme. PRT wordt als bewezen effectief beschouwd bij jonge kinderen (0-6 jaar) voor de verbetering van de sociaal-communicatieve vaardigheden. (Lees meer onder Effectiviteit).

    Betrekken van ouders

    Ouders hebben een belangrijke plek in de behandeling bij PRT. De therapeut stelt samen met de ouders de leer- en behandeldoelen vast.

    Oudercursussen vormen een essentieel onderdeel van PRT. In een oudercursus krijgen ouders informatie over PRT en oefenen zij samen met de therapeut de PRT-technieken, zodat ze deze bij hun kind kunnen toepassen.

    Aansluiten bij het kind met autisme

    PRT vertrekt vanuit de eigen interesses en motivatie van een kind met autisme. De therapeut volgt het kind bij zijn interesses of wat het aan het doen is, en probeert vanuit die situatie leermomenten te creëren. Bijvoorbeeld door een kind te ‘verleiden’ om contact te maken, of door een kind te stimuleren om vragen te stellen. De therapeut reageert vervolgens op een natuurlijke manier op het kind, bijvoorbeeld door antwoord te geven op de vraag.

  • + AchtergrondLees meer

    PRT is ontwikkeld door dr. Lynn Koegel en dr. Robert Koegel in de Verenigde Staten vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw tot op heden (o.a. Koegel & Egel, 1979; Koegel, Dyer & Bell, 1987).

    PRT maakt gebruik van de principes van Applied Behavioral Analysis (ABA) in combinatie met ontwikkelingstheorieën. Bij ‘traditionele’ ABA-interventies (in de jaren ‘70 en ‘80) kregen kinderen met autisme iedere vaardigheid apart aangeleerd. Dit kostte veel tijd en was heel arbeidsintensief. Ook konden de kinderen met autisme wat ze leerden in therapie moeilijk generaliseren naar het dagelijkse leven. Ze vonden de therapiesessies bovendien niet zo leuk of motiverend (Joustra & Van Lommel, 2015).

    Dr. Lynn Koegel en dr. Robert Koegel vroegen zich af waarom het ingewikkeld was om kinderen met autisme vaardigheden aan te leren. Zij kwamen tot de conclusie dat kinderen met autisme vaak minder gericht zijn op de ander. Hierdoor ‘missen’ zij de natuurlijke leermomenten, met als gevolg dat op meerdere ontwikkelingsgebieden problemen kunnen ontstaan.

    Tegelijkertijd ontdekten zij dat, door rekening te houden met de motivatie van de kinderen, vaardigheden veel sneller ontwikkeld konden worden. Daarom onderzochten ze hoe ze de motivatie van deze kinderen konden het best vergroten. Motivatie beschouwden zij als een zogenaamde kernvaardigheid of pivotal response.

    Kernvaardigheden zijn vaardigheden waarvan wordt gedacht, dat als je die stimuleert, daarna de ontwikkeling van een kind in zijn geheel zal verbeteren. Andere vaardigheden of ontwikkelingsgebieden verbeteren ‘vanzelf’, als de ontwikkeling eenmaal ‘vlot getrokken is’.

    Lynn en Robert Koegel onderzochten vervolgens, of er nog andere kernvaardigheden bestonden, naast motivatie.

    Zij vonden deze kernvaardigheden (Joustra & Van Lommel, 2015):

    • Motivatie tot interactie;
    • Het nemen van sociaal initiatief, zoals het delen van de aandacht (joint attention), iets laten zien of geven aan een ander, een opmerking maken of een informatieve of belangstellende vraag stellen;
    • Zich richten op meerdere kenmerken (contextdenken);

    Naturalistic developmental behavioral intervention

    PRT is een zogenaamde Naturalistic Developmental Behavioral Intervention (NDBI). In tegenstelling tot meer ‘traditionele’ ABA-behandelingen, is PRT naturalistisch (natuurlijk) van aard. PRT maakt gebruik van:

    1. alledaagse of natuurlijke situaties en leermomenten;
    2. de eigen, natuurlijke interesses en motivatie van een kind (aansluiten bij het kind);
    3. natuurlijke manieren van belonen of bekrachtigen van gewenst gedrag.

    Ad 1: Natuurlijke leermomenten

    PRT maakt gebruik van natuurlijke, alledaagse situaties, waarbinnen leermomenten worden gecreëerd. Het kind wordt niet uit zijn omgeving gehaald om naar therapie te gaan.

    Bijvoorbeeld:

    Een kind met autisme is aan het leren om vaker contact te zoeken met andere mensen. Tijdens de fruitpauze in de klas krijgt het kind zijn beker niet zelf open; die zit te strak dichtgedraaid. De leerkracht gaat dan niet ‘voor het kind denken’ en de beker openmaken. Het kind moet leren om eerst contact te zoeken en aan te geven dat het graag wil dat de leerkracht de beker openmaakt. Vervolgens wordt het kind ‘beloond’ met een open beker (natuurlijke bekrachtiger, zie punt 3).

    Ad 2: Aansluiten bij het kind met autisme

    PRT vertrekt vanuit de eigen interesses en motivatie van een kind met autisme. De therapeut volgt het kind bij zijn interesses of wat het aan het doen is, en probeert vanuit die situatie leermomenten te creëren. Daarin verschilt PRT van sommige meer ‘traditionele’ ABA-interventies, waarin de therapeut een meer sturende rol heeft.

    Zo gauw het kind contact zoekt, reageert de therapeut meteen op dat gedrag, op een natuurlijke manier (zie punt 3).

    Ad 3: Natuurlijke manier van bekrachtigen van gedrag

    De therapeut reageert op een natuurlijke manier op gedrag van een kind.

    Bijvoorbeeld:

    Een kind met autisme heeft als leerdoel om te leren om hulp te vragen. Wanneer dit kind een hulpvraag stelt (gewenst gedrag) wordt dit gedrag beloond (bekrachtigd) door antwoord te geven op de vraag of het kind te helpen (natuurlijke bekrachtiging). Het kind wordt niet beloond met een snoepje of sticker (onnatuurlijke bekrachtiging). Ook kinderen zonder autisme leren in het alledaagse leven door vragen te stellen en daar antwoord op te krijgen.

     

  • + Voor wieLees meer

    PRT is ontwikkeld als interventie voor jonge kinderen met autisme (0-6 jaar). In theorie kan PRT worden toegepast bij mensen met autisme van alle (ontwikkelings)leeftijden. In de praktijk wordt PRT met name ingezet als vroegbehandeling bij (heel) jonge kinderen met autisme. Ook kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen baat hebben bij PRT, maar niet alle kinderen in deze leeftijd hebben PRT nodig. Bij jongeren en volwassenen met autisme wordt PRT weinig toegepast.

  • + Waar te vindenLees meer

    PRT wordt aangeboden door diverse instellingen en zelfstandige praktijken. PRT kan gevolgd worden als individuele behandeling. Er zijn ook behandelgroepen waar volgens PRT wordt gewerkt.

    Instellingen waar PRT wordt aangeboden door PRT gecertificeerde trainers (AutismeJongeKind.nl, 2022).

  • EffectiviteitLees meer

    De Zorgstandaard Autisme beveelt PRT aan voor de behandeling van jonge kinderen (0-6 jaar) met autisme.

    PRT wordt als bewezen effectief beschouwd bij jonge kinderen (0-6 jaar) voor de verbetering van de sociaal-communicatieve vaardigheden.

    Uit twee samenvattingen van al het wetenschappelijk onderzoek naar PRT (systematic reviews) blijkt dat PRT bij jonge kinderen een positief effect heeft op:

    • Initiatief nemen tot contact, bijvoorbeeld vragen stellen;
    • Taal, bijvoorbeeld de gemiddelde zinslengte en de actieve woordenschat;
    • Spel, bijvoorbeeld doen-alsof-spel;
    • Gedeeld plezier of enthousiasme;
    • Ernst van autismesymptomen.

    Tot nu toe lijkt PRT vooral de sociaal-communicatieve vaardigheden van kinderen met autisme te verbeteren. De achterliggende gedachte bij PRT is, dat door PRT ook allerlei andere ontwikkelingsdomeinen zullen verbeteren, zoals cognitieve – of zelfredzaamheidsvaardigheden. Hier is nog maar weinig bewijs voor gevonden (van den Berk – Smeekens, 2021; de Korte, 2022; Verschuur, 2022).

    PRT werkt niet voor alle kinderen met autisme even goed. Dit geldt overigens voor de meeste interventies voor kinderen met autisme. Hoe goed PRT werkt is tot nu toe vooral onderzocht bij peuters en kleuters. Uit dit onderzoek blijkt dat PRT het beste werkt bij peuters en kleuters met een hogere intelligentie die uit zichzelf al meer contact zoeken met andere mensen, meer taal gebruiken en begrijpen, meer plezier delen en meer spelen (zie bijvoorbeeld Fossum et al., 2018).

    Sommige basisschoolkinderen profiteren ook van PRT, maar het is nog niet bekend waarom het ene basisschoolkind wel baat heeft bij PRT en het andere kind niet.

     

  • + VoordelenLees meer

    * PRT maakt gebruik van de eigen motivatie en interesses van het kind. De therapeut sluit daarbij aan. Kinderen hebben vaak plezier tijdens PRT. Ze vinden het leuk om samen met de therapeut of ouders een (spel)activiteit te doen.

    * PRT maakt gebruik van natuurlijke situaties, waarbinnen leermomenten worden gecreëerd. Het kind wordt niet uit zijn omgeving gehaald om ‘naar therapie’ te gaan.

    * Kinderen leren om vaardigheden te gebruiken in allerlei dagelijkse situaties.

    * Ouders worden (intensief) betrokken.

    * Verbetering van kernvaardigheden leidt bij sommige kinderen automatisch tot verbetering van andere vaardigheden. (Nadeel: dit geldt niet voor alle kinderen.)

    * PRT kan toegepast worden in allerlei settingen, zoals in gespecialiseerde kinderdagverblijven of binnen het speciaal onderwijs. In de praktijk blijkt implementatie van PRT in een groepssetting nog lastig (Verschuur, 2022).

  • + NadelenLees meer

    * Niet alle kinderen met autisme hebben baat bij PRT. Dit geldt overigens voor alle interventies voor kinderen met autisme.

    * PRT maakt gebruik van dagelijkse, ‘natuurlijke’ leermomenten. Voor sommige kinderen met autisme zijn deze leermomenten te ingewikkeld. Zij leren niet uit zo’n situatie.

    *Bij de PRT-behandeling worden de ouders intensief betrokken. Dit vraagt tijd, aandacht en moeite van ouders. Voor sommige ouders is de behandeling te intensief en is het belangrijk om eerst de draagkracht in het gezin te vergroten.

    * Wanneer bij een kind met autisme de gedragsproblemen op de voorgrond staan, is het beter om eerst te snappen waar deze vandaan komen, voor eventueel met PRT begonnen wordt.

    * PRT blijkt vooral sociaal-communicatieve vaardigheden te verbeteren. Het leidt niet altijd ook tot een bredere ontwikkeling.

     

  • + DiscussieLees meer

    Er is geen specifieke discussie gaande rondom PRT.

    Er is wel discussie over ABA [lees meer over ABA-discussie]. Een veelgehoorde kritiek op ABA is, dat er te weinig uitgegaan wordt van de behoeften en interesses van het kind zelf. PRT is echter gericht op aansluiten bij de motivatie en eigen interesses van het kind.

    Het is wel zo, dat jonge kinderen (met en zonder autisme) soms dingen moeten leren, die ze minder leuk vinden als onderdeel van hun opvoeding, bijvoorbeeld op je beurt wachten. Er zal dus altijd een spanningsveld zijn tussen het volgen van wat het kind wil of leuk vindt, en datgene wat een ouder/opvoeder wil dat een kind leert.

     

  • + Meer informatieLees meer

    PRT op Autismejongekind.nl

    PRT op website Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie

    PRT op Wikipedia (NL)

    PRT op Wikipedia (EN)

  • + ReferentiesLees meer

    Autisme Jonge Kind (2022). Instellingen waar PRT wordt aangeboden door PRT gecertificeerde trainers. Geraadpleegd 2-7-2022.

    van den Berk – Smeekens, I. (2021). Pivotal Response Treatment and the use of robotics for children with autism. Opgevraagd van https://hdl.handle.net/2066/239603.

    Fossum, K. L., Williams, L., Garon, N., Bryson, S. E., & Smith, I. M. (2018). Pivotal response treatment for preschoolers with autism spectrum disorder: Defining a predictor profile. Autism Research, 11, 153–165.

    Joustra, H. & Van Lommel, S. (2015). Pivotal Response Treatment: een gedragstherapeutische behandeling gericht op motivatie en communicatie. In: B. Huskens & R. Didden. (Eds.) ABA bij kinderen met autisme (pp. 35-63). Arnhem: CCD Uitgevers.

    Koegel, R.L. & Egel, A.L. (1979). Motivating autistic children. Journal of Abnormal Psychology, 88, 4118-4126.

    Koegel, R.L., Dyer, K., & Bell, L.K. (1987). The influence of child-preferred activities on autistic children’s social behavior. Journal of Applied Behavior Analysis, 20, 243-252.

    De Korte, M.W.P. (2022). Effects of Pivotal Response Treatment for children with autism. Opgevraagd van https://hdl.handle.net/2066/247697.

    Verschuur, R. (2022). Pivotal Response Treatment for school-aged children with autism spectrum disorder: examining its implementation and effectiveness in applied settings. Opgevraagd van: https://hdl.handle.net/2066/246947.

    Zorgstandaard Autisme (2017)

     

Sluiten
Word nu lid!