Home Over autisme Levensfases Autisme bij ouderen Wonen Naar een instelling

Naar een instelling

Volwassenen vanaf 67 jaar

Als een persoon met autisme op oudere leeftijd afhankelijk wordt van zorg thuis, of in een verzorgings- of verpleeghuis moet verblijven, kunnen er problemen ontstaan. Zeker als het autisme nog niet is gediagnosticeerd of niet bekend is bij het verplegend personeel. Door onbegrip kunnen irritaties en frustraties ontstaan bij beide partijen, en de oudere met autisme kan steeds moeilijker gedrag gaan vertonen.

Warme zorg

Zogenaamde ‘warme zorg’ in bijvoorbeeld een verzorgingstehuis, moet ervoor zorgen dat iemand zich zo gelukkig mogelijk, veilig en thuis voelt. Er zijn weinig regels en er wordt een huiselijke sfeer gecreëerd. Toch kan dit soms averechts werken omdat deze warme zorg ook kan zorgen voor meer prikkels, onduidelijkheid vanwege het ontbreken van vaste regels of een dagschema en het belang dat wordt gehecht aan groepsactiviteiten.

Moeilijk persoon

In de ouderenzorg wordt aan autisme gerelateerde problematiek vaak nog niet herkend. Ouderen met autisme die het moeilijk hebben, worden eerder gezien als moeilijke personen met onterechte eisen en vragen. Hierdoor kan de problematiek gezien worden als passend bij persoonlijkheidsproblematiek. De bejegening die vervolgens wordt toegepast, is vaak juist niet passend en niet helpend voor iemand met autisme.

Tips voor autismevriendelijke zorg in een zorginstelling

  • Bied een passende eigen omgeving waarbinnen de persoon ‘blindelings’ zijn weg kan vinden en mogelijkheden heeft voor prikkelregie.
  • Zorg voor een rustige eigen plek in de eetzaal.
  • Zorg voor prettig aanvoelende kleding en controleer op kriebelende labels of stoffen.
  • Zorg voor zoveel mogelijk continuïteit in zorg en hulpverleners.
  • Maak regels helder, eenduidig en concreet.
  • Houd vaste tijden aan voor vaste activiteiten; vermeld deze in een (digitale) agenda en/of op een planbord en/of op bijvoorbeeld de binnenkant van de badkamer.
  • Geef veranderingen in dagpatroon of afspraken ruim van tevoren aan en vermeld ze (zie hierboven).
  • Ga bij emotionele uitbarstingen of hoge stress niet de strijd aan; toon begrip, benoem de emoties en stel gerust. Kom in een rustige situatie terug op het voorval.
  • Tracht signalen op te sporen waardoor voor de persoon zelf en het team duidelijk wordt wanneer er te veel spanning wordt opgebouwd, dat iemand overvraagd wordt, zodat een nieuwe uitbarsting kan worden voorkomen.
  • Bespreek welke interventies mogelijk zijn. Soms heeft een naastbetrokkene ook een (creatief) idee. Vaak is het een kwestie van proberen en weer verder met elkaar meedenken.
  • Ga er niet vanuit dat mensen met autisme altijd het liefst alleen zijn, bied hen aan om deel te nemen aan sociale activiteiten, help ze hierbij door iemand mee te laten gaan. Maar dwing het niet af.
  • Maak duidelijke afspraken hoe te handelen als een en ander toch te veel wordt.

Meer lezen

Sluiten
Word nu lid!