Signalen
Volwassenen vanaf 67 jaarVeel ouderen met autisme krijgen pas op latere leeftijd de diagnose. Soms hebben zij eerder in het leven een andere diagnose gekregen, zoals depressie, omdat autisme destijds niet herkend werd. Sommigen compenseerden hun autisme hun leven lang succesvol door het zelf aanbrengen van structuur, familieondersteuning of een hechte sociale omgeving. Maar na het wegvallen van deze steun, bijvoorbeeld door pensionering of overlijden van een partner, kunnen alsnog problemen ontstaan.
Autisme wordt relatief kort in de gezondheidszorg erkend, zeker bij mensen met een normale tot hoge intelligentie, waardoor oudere generaties vaak niet de juiste diagnose hebben gekregen. Hoewel wetenschappelijk onderzoek naar autisme bij ouderen nog beperkt is, groeit de aandacht in de ouderenpsychiatrie en het bewustzijn onder ouderen en hun naasten.
Signalen
Volgens het Trimbos Instituut zijn, samengevat, de belangrijkste signalen van autisme bij ouderen de volgende:
- Anders inschatten van sociale situaties
Ouderen met autisme gebruiken cognitieve analyse in plaats van intuïtie, waardoor ze sociale situaties anders interpreteren, vooral in complexe privésituaties.
- Behoefte aan contact, maar moeite met deelname
Hoewel ouderen met autisme graag sociaal contact willen, ervaren ze vaak stress door hun andere denk- en communicatiepatronen, wat leidt tot terugtrekking.
- Detailgericht en moeite met overzicht
Ouderen met autisme verwerken informatie vanuit details, waardoor ze soms het geheel uit het oog verliezen en moeilijk kunnen schakelen of plannen.
- Sensorische gevoeligheid
Ouderen met autisme kunnen over- of ondergevoelig zijn voor prikkels zoals geluid, aanraking en pijn, wat kan leiden tot overbelasting of lichamelijke klachten.
- Moeite met veranderingen
Het brein van ouderen met autisme werkt minder flexibel met voorspellingsfouten, waardoor onverwachte situaties en veranderingen stressvol zijn, en voorspelbaarheid een sterke voorkeur krijgt.
De meer uitgebreide informatie van het Trimbos instituut over ouderen met autisme vind je hier.
Kenmerken
Kenmerken die volwassen met autisme zelf noemen (zie folder ouderen met autisme, NVA)
- De sociale voelsprieten staan anders afgesteld, daardoor niet van nature weten hoe met anderen om te gaan.
- Niet goed weten wat de verwachtingen van anderen zijn of hoe op anderen te reageren.
- Zich een ‘vreemde eend in de bijt’ voelen, de omgeving en personen niet begrijpen.
- Zich eenzaam voelen, in de steek gelaten voelen of zelfs ruzie krijgen omdat contact maken en aansluiting vinden niet lukt, doordat niet de ‘juiste’ manier daarvoor gevonden wordt.
- In theorie precies weten hoe iets moet, maar dat in de praktijk niet kunnen uitvoeren.
- Moeite met veranderingen, daarom alles op vaste plaatsen zetten en houden.
- Chaos in het hoofd, piekeren, enorm veel denken.
- Moeite hebben om met kritiek om te gaan en die kritiek ook niet begrijpen.
- Afstandelijkheid tonen, terwijl dat geen kwade wil is of een bewuste keuze.
- Alles beredeneren, om maar staande te blijven in de maatschappij. Bijvoorbeeld doorlopend beredeneren hoe je je moet gedragen in de situatie waarin je zit. Daar heel moe van worden.
- Dingen willen ondernemen (goed gesprek, winkelen, op visite) maar niet weten hoe je dat moet aanpakken en het daarom niet doen.
- Zelf de controle willen houden om prikkels te kunnen doseren.
- Snel afgeleid zijn, wat concentreren soms lastig maakt.
- Zelf willen/moeten bepalen en blijven vasthouden aan ‘er is met mij niets aan de hand’ om grip te houden op de situatie.
- Het gevoel hebben dat je elkaar niet begrijpt, wat je ook probeert.
- Gevoel van machteloosheid doordat je het nooit helemaal goed kunt doen.