Home Over autisme Levensfases Autisme bij jonge kinderen (0 tm 3 jaar) Gezin Voor ouders: Acceptatie en hoe kijk je naar de toekomst

Voor ouders: Acceptatie en hoe kijk je naar de toekomst

jonge kinderen van 0 tm 3 jaar

Voor ouders: Acceptatie en hoe kijk je naar de toekomst

Het bericht dat je kind (een vermoeden van) autisme heeft, kan gemengde gevoelens bij je losmaken. Je kind is anders. Anders zijn is op zich helemaal niet verkeerd, maar het kan wel een grote uitdaging zijn. Het gezinsleven moet misschien anders worden georganiseerd, het sociale leven kan onder druk komen te staan, de relatie met je partner kan worden beïnvloed, de mogelijkheden om het inkomen te verdienen veranderen wellicht, de broertjes en zusjes komen in een bijzondere positie en zo nog veel meer.

De tijd voor en na de diagnose is meestal een lange zoektocht naar de beste manieren om de opvoeding en ontwikkeling van jullie kind met autisme te laten passen in jullie gezinsleven.

Misschien ben je opgelucht dat je eindelijk weet waarom je zo moeilijk contact met je kind maakt. Dat je erkenning krijgt voor het feit dat de ontwikkeling van je kind echt anders verloopt en dat dit niet komt omdat jij ‘iets’ niet goed doet. En dat je nu gericht op zoek kunt naar hulp hierbij.

Je kunt je ook verdrietig voelen, boos of gefrustreerd, omdat je niet had verwacht dat jouw kind dit etiket zou krijgen.

Misschien heb je zelf autisme en ervaar je een gevoel van herkenning en trots, omdat jouw kind op jou lijkt en je trots bent op de kwaliteiten die jij hebt door je eigen autisme. Of voel je je juist schuldig omdat jouw kind ‘door jou’ autisme heeft en maak je je juist extra zorgen, omdat jij als geen ander weet waar je in het leven tegenaan kunt lopen.

Een diagnose vraagt in ieder geval, dat je gaat leren om je standaard toekomstverwachtingen los te laten en dat is geen kwestie van zomaar even ‘de knop omzetten’. Dit is een proces. Een proces van vallen en weer opstaan, dat je vooral leert dat er nog zo veel meer in het leven is dan al die verwachtingen.

Wat kan je hierbij helpen:

  • Investeer in kennis over autisme zodra je weet (of vermoedt) dat je kind autisme heeft. Dit zijn voorbeelden van betrouwbare informatiebronnen:
  • Blijf goed naar je eigen kind kijken. Autisme uit zich bij iedere persoon weer anders. Onderzoek wat jouw kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen.
  • Laat je vooral niet gek maken door ‘hoe het eigenlijk hoort’ of door opmerkingen van mensen om je heen. Mensen zonder ervaring met autisme hebben vaak geen idee hoe het is om een kind met autisme op te voeden. Zoek vooral naar de aanpak die werkt voor jou en je gezin. Respecteer – en verdedig zo nodig – de grenzen die daarbij horen.
  • Weet dat je niet alleen staat als ouder. Veel ouders van een kind met autisme lopen tegen wisselende emoties aan. Kijk hier wat er zoal is voor ouders.

Hoe kijk je naar de toekomst

De diagnose autisme zegt iets over de manier waarop de informatie wordt verwerkt in het brein van jouw kind en de invloed van prikkels. Het zegt niets over de ontwikkelingsmogelijkheden van je kind. Vertrouw erop dat je kind zich nog enorm kan ontwikkelen en laat je niet ontmoedigen door generalisaties over beperkingen.

Leer de belevingswereld van je kind kennen en ga samen op verkenningstocht om te ontdekken waar je kind nog wat extra ondersteuning bij nodig heeft en blijf zien wat je kind juist heel goed kan.

Lees hieronder het artikel ‘Rouw niet om ons’, een pleidooi voor neurodiversiteit.
Rouw niet om ons

Sluiten
Word nu lid!