Als je stress hebt, geven je hersenen een signaal af aan je lichaam. Je lichaam reageert en gaat het hormoon adrenaline aanmaken. Door de adrenaline gaat je hart sneller kloppen, ga je zweten, je ademhaling gaat sneller en je spieren spannen zich aan. Er gaat meer zuurstofrijk bloed naar je hart en spieren toe en minder naar bijvoorbeeld je spijsverteringskanaal. Daardoor kun je optimaal reageren op het ‘gevaar’.
Cortisol
Maar als dat gevaar na een paar minuten nog niet weg is, maakt je lichaam cortisol aan. Dit is een stresshormoon dat jou ‘paraat’ houdt. Cortisol heeft allerlei effecten op je lichaam, bijvoorbeeld op je hart- en bloedvaten en op je stofwisseling. Je bloedsuikerspiegel gaat omhoog, omdat er meer glucose in het bloed komt. Zo is er genoeg energie paraat tegen het ‘gevaar’. Cortisol schakelt ook het immuunsysteem uit om energie te besparen die nodig is voor het ‘vluchten’. Maar het immuunsysteem is belangrijk om ontstekingen en ziekte tegen te gaan. Door langdurige stress zorgt het cortisol voor negatieve effecten, omdat je bijvoorbeeld vatbaarder wordt voor ziekten. Bijvoorbeeld het risico op hart- en vaatziekten neemt dan toe.