Musea ontdekken de prikkelgevoelige bezoeker. ‘Over het algemeen geldt: wat goed is voor mensen met autisme, is óók goed voor alle andere bezoekers’, aldus Scheepvaartmuseum-educator Ernst van Keulen.
Door onze redacteur Julie Wevers
Musea zijn steeds meer gericht op beleving. Tijdens tentoonstellingen gebruiken bezoekers vaak niet alleen hun ogen, maar bijvoorbeeld ook hun oren, neus en tastzin. ’Een museum van vijftig jaar geleden – heel stil en met witte wanden waarop alles heel netjes is opgehangen – daar komt echt niemand meer op af’, zegt Ernst van Keulen, educator van het Scheepvaartmuseum.
Drukke musea leiden bij mensen met autisme en andere prikkelgevoelige bezoekers echter al snel tot uitputting. Dat is jammer, zo vinden veel musea. Zij onderzoeken op dit moment massaal hoe zij aantrekkelijker kunnen worden voor deze doelgroep.
‘Het museum is de ideale plek om te leren, om vrij te zijn, om jezelf te zijn – dát is het mooie dat musea te bieden hebben aan kinderen met autisme’, zei Emilie de la Court onlangs tijdens een drukbezochte expertmeeting ‘autismevriendelijke musea’ in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De la Court, als stagiair aan het Scheepvaartmuseum verbonden, organiseerde in april dit jaar een autismevriendelijke pilot voor kinderen van 6 tot en met 13 jaar.
‘Het was een groot succes’, aldus De la Court. ‘Ook voor de ouders, die waren erg ontspannen. Ze hadden volledig het vertrouwen dat hun kind in goede handen was.’ In totaal namen acht kinderen aan de pilot deel, vergezeld door zeven ouders.
Terugtrek-ruimte
‘Het Scheepvaartmuseum speelde al langer met de gedachte om iets te doen voor bezoekers met autisme. ‘Wij waren er in het verleden door een bezoeker met autisme op gewezen dat een deel van ons museum héél prikkelrijk is’, zegt Gundy van Dijk, hoofd educatie van het Scheepvaartmuseum. ‘Vooral de westkant van het museum heeft veel geluid en beeld.’
De pilot in het Scheepvaartmuseum vond plaats op een zaterdagochtend. ‘Dan is het altijd heel rustig, de kinderen hadden bijna het hele museum voor zichzelf’, aldus De la Court. ‘Van de speciaal ingerichte terugtrek-ruimte heeft dan ook niemand gebruik gemaakt.’
Vanwege de voorliefde van veel mensen met autisme voor techniek koos het museum tijdens de pilot voor de tentoonstelling Gamechangers. Maritieme Innovaties. Op de speciaal voor de deze dag gemaakte ‘prikkelplattegrond’ konden ze precies zien welke gedeeltes van het museum prikkelarm zijn en welke prikkelrijk.
‘De pilot was heel leerzaam voor ons’, zegt Van Keulen. ‘Tijdens de evaluatie kwamen wij er achter dat wij soms te snel gaan als Scheepvaartmuseum. Wij willen bezoekers altijd zo snel mogelijk ons product aanbieden terwijl het soms juist heel goed is om eerst even te gaan zitten, even aan elkaar te snuffelen en dan pas aan de slag te gaan. Ook moet je soms wat minder vertellen en wat meer tijd nemen voor intermenselijk contact. Doe je dat niet, dan haken sommige groepen echt af. Niet alleen mensen met autisme, maar bijvoorbeeld ook ouderen.’
Over het algemeen geldt volgens Van Keulen: wat goed is voor mensen met autisme, is óók goed voor alle andere bezoekers. Van Keulen: ’Maar dat is dus niet altijd het geval. Een tentoonstelling met veel achtergrondgeluiden kan de beleving van de bezoeker écht vergroten, zo blijkt uit onderzoek. Maar veel mensen met autisme of mensen met gehoorproblemen worden daar juist niet gelukkig van.’
(Tekst gaat verder onder de foto)
De expertmeeting over autismevriendelijke musea in het Scheepvaartmuseum. Foto: Isabel JanssenLinks van het midden: Emily Ansenk, directeur van de Kunsthal en lid van de Raad van Toezicht van het Scheepvaartmuseum. Rechts van het midden: Gundy van Dijk, hoofd Educatie Scheepvaartmuseum.
Stigmatiserend
Het organiseren van aparte activiteiten voor mensen met autisme ligt gevoelig onder museummedewerkers. Hoe goedbedoeld ook, het is toch stigmatiserend en het tegenovergestelde van ‘inclusief’. ‘Het liefst wil je juist géén speciaal auti-programma’, zegt Saskia Nyst, educator van het Stedelijk Museum Alkmaar. Nyst ontving onlangs de Autisme Vriendelijkheidsprijs van de Nederlandse Vereniging voor Autisme voor haar autismevriendelijke gids voor de tentoonstelling ZieZo Marokko van het Tropenmuseum Junior.
Nyst: ‘Het is beter om de randvoorwaarden van een museum zo auti-proof mogelijk te maken. Zorg bijvoorbeeld dat medewerkers de juiste tools hebben zodat ze niet de hele tijd dingen tegen kinderen hoeven te zeggen als: ‘Niet doen’. En dat ze concrete instructies geven zoals ‘rustig lopen’ in plaats van ‘niet rennen’. Ook kan het museum inspelen op de talenten van kinderen met autisme, bijvoorbeeld het vermogen om heel goed de details te zien.’
Nyst begint tegenwoordig elke rondleiding voor kinderen standaard met het in grote lijnen vertellen wat zij het komende uur kunnen verwachten. ‘Vooral veel rust en regelmaat geven, daar komt het eigenlijk op neer. Zorg dat kinderen de tentoonstelling begrijpen. Dat is voor élk kind fijn, maar kan voor kinderen met autisme of ADHD het verschil betekenen tussen een succes- en een faalervaring.’
Onthaasting
Het Rijksmuseum richt zich sinds kort op ‘prikkelgevoelige bezoekers’, net als het Van Abbemuseum in Eindhoven. ‘Of ze nou kampen met burn-out, hoogbegaafd zijn of autisme hebben’, zegt Cathelijne van den Berg-Denekamp, coördinator inclusie van het museum. ‘ze hebben vaak dezelfde behoeften.’ Via de website van het Rijksmuseum kunnen deze bezoekers de ‘prikkelplattegrond’ downloaden. Ook kunnen prikkelgevoelige gasten die niet lang in een rij kunnen staan via de website vooraf een zogeheten ‘Verklaring Fast Lane’ uitprinten en invullen. In 2019 komen er in het Rijksmuseum bovendien speciaal voor de doelgroep zogeheten slow tours, rondleidingen door rustige ruimtes met minder mensen en minder kunstwerken. En ook zogeheten slow hours na sluitingstijd. Voor kinderen met autisme maakte het Rijksmuseum een voorbereidingsdocument.
Het lijkt alsof musea niet alleen de ‘prikkelgevoelige bezoeker’ hebben ontdekt, maar ook de onthaasting. Op 14 april dit jaar nam het Scheepvaartmuseum – en vele andere musea in binnen- en buitenland – bijvoorbeeld deel aan de International Slow Art Day. Van Keulen: ‘En tijdens een bijeenkomst voor museumdocenten en gidsen ging het onlangs voor het eerst over het nut van stilte tijdens rondleidingen.’
Van Keulen merkt dat er in zijn museum de laatste tijd meer tijd voor dingen wordt genomen. ‘We zeggen vaker: dan doen we maar één verhaal minder, zodat de bezoeker meer tijd heeft om interactief bezig te zijn en om iets meer rust te nemen. Ik weet zeker: was je vijf jaar geleden naar het Scheepvaartmuseum gekomen, dan had je hier veel meer snelheid gezien.’
Dit artikel is gepubliceerd op 18 juni 2018